home | informatie | vacatures
Ensis magnus Schumacher, 1817
NL Grote zwaardschede
×
grote_zwaardschede-lg.png
grote zwaardschede
 Overzicht 
 BeschrijvingHoogte lengte verhouding 1:8
 Lijkt opAmerikaanse zwaardschede
 Tijdvakvanaf Plioceen
 SynoniemenEnsis arcuatus [Jeffreys, 1865]
   
 De Schelp 
 Basis vormlang gerekt, in het midden iets breder dan de uiteinden, iets gebogen
    Hoogte24 mm
    Lengte175 mm
    Semidiameter20
    Diktestevig
    Voorrandgapend, iets afgerond, zeer flauw verdikt
    Achterrandgapend, afgeknot
    Apexzeer dicht bij de voorrand, niet uitstekend
 Periostracum
    Periostracum dikteresistent
    Periostracum kleurgeelbruin
    Periostracum structuurglanzend
 Ostracum
    Ostracum kleurwit, met bruine en paarse banden of strepen
    Ostracum structuuriets glanzend
    Kielvan de top naar de beneden-achterrand, scheidt twee velden met verschillende sculptuur en tekening
    Binnenkant kleurwit, bij jonge exemplaren schemert de tekening van de buitenzijde door
    Binnenkant structuurglanzend
 Slot
    Ligamentuitwendig
    Tensilium plekongeveer een kwart van de totale lengte
    SlottandenR: 2
L: 3
    Cardinale tandenR: 1; kort en klauwvormig
L: 2; kort en klauwvormig
    Laterale tandenR: 1; lang, lijstvormig
L: 1; lang, lijstvormig, bijna parallel aan de bovenrand
    Mantelbochtdiep, op ongeveer 1/6 van de totale lengte van de achterrand
 Sluitspieren
   
 Het Weekdier 
    Mantelrandvergroeid, behalve voor de siphonen, de voet en een ventrale opening (die ook kan ontbreken)
    Siphonenkort, grotendeels vergroeid, alleen aan de uiteinden gescheiden en dragen daar elk een krans van tasters
    Voet vormlang en relatief smal
    Byssusklierbij jonge exemplaren op de voet
 Radula
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 Bevruchtingjuli tot oktober
 Broedaugustus tot november
 Voedselphytoplankton
 VoortbewegingIngraven: Als de schelp plat op de bodem ligt graaft de voet zich met een bocht in het zand, zodanig dat hij vertikaal zich kan ingraven. Hierbij komt hij eerst schuin en later recht te staan.
Bij het rechtstandig ingraven wordt de voet snel uitgestoken en met de spitse punt in het zand gedreven. Deze punt buigt zich vervolgens haakvormig om naar de dorsale kant. Bij de derde fase verbreedt de voet zich tot een soort stempel. Deze drie bewegingen kunnen zich een aantal malen in dezelfde volgorde herhalen, totdat de voet op maximale lengte buiten de schelp is. Daarna verbreedt de stempelvormige zool zich zeer sterk en werkt als een anker, terwijl de voet zich in de lengte richting verkort en de schelp omlaag trekt. Voor de contractie van de voet sluit de schelp zich zoveel mogelijk. Trekt de voet zich krachtig samen dan wordt uit de schelpruimte van het dier een groot deel van het water geperst, zowel opwaarts door de siphonen als benedenwaarts via de pedale opening, waarmee tevens het omringende zand wordt weggespoeld. De bewegingen hebben regelmatig en snel plaats.
 VijandVis (tong, schol, schar, kabeljauw, schelvis, wijting), mens (voor zowel voedsel als vis aas)
 HabitatMeestal in grof sediment tussen 15 en 40 meter diepte, in Noorse wateren zelfs tot 100 meter diepte2
    Saleniteittussen de 30 en 40 PSU
 VerspreidingVan Noord-Noorwegen en de Far Oer tot aan en in de Middellandse Zee en in de Zwarte Zee. Niet in de Oostzee
   
 Bronnen 
 Literatuur
  1. Fauna van Nederland Mollusca (I) C. Lamellibranchia - Benthem Jutting, Tera van ; XII ; A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. , 1943

  2. Ontwikkeling van een monstertuig voor bestandsopnames van mesheften - Craeymeersch, J.A. & M.R. van Stralen & J.W. Wijsman & J. Kesteloo & J. Perdon & I. de Mesel ; IMARES , 31 december 2007

 Websites
  1. www.anemoon.org

 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl